Gebied Woudbloem juist
In 2005 is het natuurgebied Ae’s Woudbloem ingericht, onderdeel van natuurgebied ’t Roegwold.
Dit gebied heeft een gevarieerd landschap met gras, struwelen, lage plassen en hoger gelegen
zandkoppen. Door het gebied lopen de oorspronkelijke waterlopen, de Slochter Ae en de Scharmer
Ae. Er is, vanaf de parkeerplaats , een wandelroute door het gebied.
Direct na de aanleg van het gebied werd het project Groninger Blaarkop gestart, er werden rode en
zwarte blaarkoppen het gebied ingebracht. De Groninger blaarkop is bestand tegen diverse
weersomstandigheden. Bij de kudde, die uit ongeveer 20 koeien bestaat, loopt in de zomer een
dekstier. De dieren krijgen in het voorjaar een kalfje. De kalveren van de kudde gaan in de winter in
winterstalling, in strohokken. In het voorjaar gaan ze weer naar het gebied in Woudbloem.
De volwassen dieren blijven jaarrond buiten, en worden in de winter als het nodig is bijgevoerd. Ook
lopen er in Woudbloem dieren van de herefordkudde samen met jongvee van de blaarkoppen.

De hooilanden op de Kooiweg zijn een overblijfsel van de oude structuur van de landbouwgronden.
Bij de verkaveling in de jaren 80 zijn deze percelen aangewezen als natuurgebied. De oude structuren
van het boerenlandschap zijn nog steeds goed zichtbaar en bestaan veelal uit lange smalle
perceeltjes. De inzet in dit gebied is om de bodem te verschralen zodat veel kruidachtige
plantensoorten de ruimte krijgen om zich te ontwikkelen. De pachters van de ANLS realiseren dit
door de percelen meerdere keren te maaien voor voederwinning. Het maaien gebeurd vanaf 15 Juni.
Daarvoor wordt eerst een uitgebreide vogelcheck uitgevoerd door Staatsbosbeheer. Door het gebied
op verschillende momenten vrij te geven voor het maaien ontstaat er een lappendeken van op
verschillende tijdstippen gemaaide percelen. Dieren zoals reeën en insecten verplaatsen zich in de
verschillende gebieden. Bij het maaien worden ook zogeheten vlinderstroken behouden. Dit zijn
stroken langs een perceel waar insecten en vlinders achter kunnen blijven wanneer de rest van het
perceel gemaaid is.