Tetjehorn is een groot rietmoeras aan de noord- en westkant van het schildmeer. Van mei tot en met
september wordt het gebied begraasd. Deze dieren komen van melkveehouders uit de omgeving en
worden op deze manier vetgeweid. Verder heeft de begrazing het doel dat het gebeid niet verder
verruigd. In een gedeelte van het gebied wordt er geweid met jongvee van de blaarkop- en
herefordkudde.
In de zomer worden er stukken in het gebied uitgemaaid voor voederwinning en strooisel. Dit zorgt
ook voor nieuw fris gras voor het weidevee. Ruigere of nattere delen met veel riet worden
uitgemaaid. Dit product wordt gecomposteerd en vervolgens op Tetjehornakker gebruikt.
Sinds enkele jaren wordt er in de winter geweid met vee uit de hereford of blaarkopkudde. Met 10
tot 15 dieren in het gebied is dit een mooie mogelijkheid om jongvee uit deze kuddes hier te laten
overwinteren.
Tetjehornakker
In dit gebied wordt er ruwvoer gewonnen voor het jongvee van de kuddes. Als deze in de winter
opgestald zijn worden ze hier van gevoerd. Verder is het gebied aantrekkelijk als fourageergebied
voor overwinterende ganzen.