Dannemeer RWE gebied.
Sinds de aanleg van het dannemeer in 2014 valt een deel van dit gebied onder het beheer van de
ANLS. De hoger gelegen delen rondom het dannemeer, de zogenaamde “ruggen”worden door de
ANLS gebruikt voor het winnen van ruwvoer, het weiden van schapen, en s winters voor het weiden
van jongvee van de kuddes. De ruggen strekken zich uit vanaf het slochterdiep aan de zuidzijde tot
aan het schildmeer aan de noordzijde van het dannemeer.
Het grootste deel van de ruggen is afgerasterd zodat er een duidelijke lijn is ontstaan tussen de
beheerde delen en de oevervegetatie.
Het maaien en beheren van de ruggen vind in nauw overleg met Staatsbosbeheer plaats. Na 1 juli
wordt de eerste 10 meter aan beide zijden van het fietspad gemaaid voor voederwinning. Twee
weken later kan de rest gemaaid worden. Pleksgewijs worden kleine delen of stroken niet gemaaid
om wat ruigte in het gebied te laten. Veelal wordt voor de eerste maaibeurt een broedvogelcheck
uitgevoerd door Staatsbosbeheer om er zeker van te zijn dat er geen nesten meer aanwezig zijn.
Het gewas wordt aangeboden aan de leden van de ANLS of wordt gebruikt voor het eigen jongvee in
de winterstalling. De ruigere delen die minder geschikt zijn voor voederwinning worden ook wel
gebruikt als strooisel in de potstal of verdwijnen in de compostering.
In het najaar wordt een deel van de ruggen gebruikt als naweide voor jongvee van de kuddes. Het
noordelijke deel van de ruggen wordt jaarrond gebruikt voor het weiden van schapen.
Het deel van de ruggen wat de ANLS in gebruik heeft is ongeveer 33 hectare.